Episode Transcript
Walter: Veerle en Skye heten je van harte welkom op hun podcast, Levenslijnen. Ze bespreken thema's die hen bezighouden en onze samenleving vormgeven. In elke aflevering nemen zij je mee op reis door de verhalen en thema's die hen raken. Veel plezier met het beluisteren van Levenslijnen.
Skye: Een nieuwe aflevering vandaag van Levenslijnen. En het thema vandaag is intrafamiliaal geweld. En we hebben daarvoor iemand uitgenodigd die onlangs een boek geschreven heeft met de titel ‘Als je nest niet veilig is’. En we mogen welkom heten Ann. Dag Ann, welkom.
Ann: Dag Skye, dank u wel.
Skye: Welkom bij Levenslijnen, welkom in onze studio.
Hoe is het om hier te zijn?
Ann: Het is heel fijn om hier te zijn en heel erg bedankt voor jullie uitnodiging.
Veerle: Graag gedaan. Ann, de luisteraar die kent jou natuurlijk nog niet. En als je jezelf eens zou voorstellen, los van je werk en het boek, hoe zou je dan jezelf omschrijven?
Ann: Los van mijn werk en mijn boek ben ik heel gewoon een mama van twee volwassen kinderen. Partner van Wouter en vrouwtje van Marie en Babette. En ik hou gewoon van de heel eenvoudige dingen van het leven. Samen zijn met hele fijne mensen, wandelen, lezen, muziek en lekker eten.
Veerle: Dat is toch een hele hoop.
Skye: Veerle zei het al, los van je boek, maar je hebt een boek geschreven. Dat is ook een van de redenen dat ik je uitgenodigd heb. Naast het feit, voor alle duidelijkheid, dat we collega's zijn. Anders zullen mensen zeggen, hoe kom je tot bij elkaar? Wat ik altijd heb willen vragen aan jou, maar op het werk zie ik je niet altijd, is wat jou de moed heeft gegeven om dat in een boek neer te schrijven?
Ann: Ik weet niet of je hiervan moed kan spreken, want ik zie mezelf helemaal niet als iemand die moedig is. Ik vond gewoon dat ik het de vele kinderen en slachtoffers enigszins verplicht was. Door mijn ervaringen, mijn gevoelens en mijn inzichten te delen, kan ik heel veel anderen die geen stem hebben, een stem geven.
En plus dat het thema intrafamiliaal geweld bovenaan de agenda moet blijven staan, omdat ik ervan overtuigd ben, gezien de hallucinante cijfers, dat dit een van onze grootste maatschappelijke problemen is. En daarom heb ik dat boek geschreven. Niet omdat ik moedig ben.
Skye: Ja, maar toch uitkomen voor jouw levensverhaal. Dat neerzetten. Je stelt je heel kwetsbaar op als je zoiets neerschrijft, natuurlijk.
Ann: Dat klopt, ja
Skye: Ik herken dat ook een beetje toen ik mijzelf heb geuit. Dat weet je ook, want dat was je bij. Je stelt je heel kwetsbaar op en voor hetzelfde geld komt die tegenkanting anders en zo.
Ann: Ja, dat klopt, maar ik ben vroeger nooit geholpen geweest en ik dacht, dan moet ik met mijn ervaring iets positiefs doen. En dat was de enige manier dat ik kon doen, voor mij.
Veerle: Dus eigenlijk heb je in het boek je kindertijd omschreven. Wat herinnert jij je eigenlijk dan van je thuis? Of kun je het zo noemen?
Ann: Een thuis, misschien eerder een huis noemen. Een thuis is toch iets helemaal anders. Een thuis is een veilige haven. Ik had dat niet.
Maar voor mij is mijn kindertijd en mijn jeugd vooral een periode van eenzaamheid. In de zin ook, ik was enig kind. En ook omdat iedereen wegkeek, gezien alles wat er gebeurde. En als ik denk aan mijn huis, waar ik woonde, associeer ik dat enkel met geweld, angst en onrust. Ja.
Veerle: En dat beschrijf je dan ook echt in je boek?
Ann: Ja.
Veerle: Om een stuk van je af te schrijven? Ja.
Ann: Mijn boek is eigenlijk wel een combinatie van van alles een beetje. Ik schrijf wat ik heb gezien en meegemaakt als kind, hoe ik mij toen voelde, maar ook wat ik eruit heb geleerd, welke impact dat had op mijn leven later en hoe ik er nu allemaal naar kijk. Met een beetje theorie daartussen, ja.
Veerle: En, excuseer, je voelde u als kind niet gezien of gehoord? Want iedereen keek eigenlijk weg. Hoe ging je daar dan eigenlijk mee om?
Ann: Als kind denk ik niet dat je daar bewust van bent. Je leeft als kind je leven. Je doet wat je moet doen, dag in dag uit. Je weet ook niet beter. Nu, als ik erop terugkijk, zie ik van ja, Ik was heel eenzaam, ik was stil, ik was een braaf kind. En ik dacht ook wel dat ik onzichtbaar was als kind, maar ik dacht dat ook echt. Niemand heeft mij ooit geholpen, iets gevraagd. Dus je denkt dan dat je onzichtbaar bent omdat niemand je ziet. En dat is wel heel heftig om met die gedachten op te groeien. Vooral later ook, want dat heeft ook een impact op je leven.
Veerle: Ja, want de jeugd vormt hoe je later eigenlijk bent.
Skye: Maar er zijn waarschijnlijk ook al mensen die dingen gezien hebben over wat er bij jullie thuis omging en wat er bij jou misschien omging. Die hebben waarschijnlijk niet veel of niks gedaan.
Ann: Klopt.
Skye: Dat is zo'n beetje wat ik uit het boek haal. Hoe sta jij tegenover die mensen of die dingen dat dat niet gebeurd is? Nu, de dag van vandaag.
Ann: Nu, de dag van vandaag is dat anders. Er is een hele tijd geweest dat ik echt woedend was. Maar er zijn tal van mensen geweest die iets hadden kunnen doen vroeger. We woonden in een heel klein dorpje. Het dorpje waar iedereen iedereen kent en iedereen weet alles van elkaar. Maar ze kijken dan ook wel weg als het een beetje moeilijk wordt. We hadden er zoveel iets kunnen doen. Als eerste mijn familie en vooral de familie langs vaders kant. Buren, school, CLB, vroeger PMS. Iedereen wist dat er iets grondig fout zat bij ons in het gezin en niemand heeft ooit iets gedaan. Niemand heeft mij ooit iets gevraagd. Ook niet de politieagenten die tegenover mijn grootmoeder woonden. En het is vooral de familie langs mijn vaderskant, waar ik 38 jaar lang kind aan huis was. Daar heb ik het wel moeilijk mee. Ze hebben altijd weggekeken en op het moment dat mijn moeder dan wegging bij hem, hebben ze ons eigenlijk laten vallen als een baksteen.
Voor hen was het heel belangrijk om de schijn hoog te houden in het dorp, dan te helpen of te erkennen wat er gebeurd was. Ik heb het daar met momenten nog wel moeilijk mee en ik vraag me dan gewoon af, hoe kunnen die nog in de spiegel kijken? Hoe kunnen die nog elke dag in de spiegel kijken, wetende van wat ze gedaan hebben of wat ze niet gedaan hebben?
Skye: Ik denk vooral dat laatste, wat ze niet gedaan hebben en waardoor ze dan jou eigenlijk met iets opgezadeld hebben waar… Nu pas zo de stukjes tot boven komen.
Ann: En die mensen hebben zelf ook kinderen, ondertussen ook al kleinkinderen. En dan denk ik, wauw, welke waarde en normen ga je die dan nu meegeven?
Skye: Heb jij ooit gedacht, waarschijnlijk wel, dat dit moet stoppen?
Ann: Oh ja, ik wilde niets liever dan dat dat zou stoppen. Altijd. Maar als kind, ik dan toch, ik kwam heel snel tot het besef dat het nooit zou stoppen. Want als kind, eerst en vooral denk je, het is mijn schuld. Dus wat doe je dan als kind? Je bent nog braver, je bent nog flinker, je doet nog beter je best op school.
Maar dan merk je dan heel snel dat het dat niet gaat worden. De enige manier om het te doen stoppen was dat mijn vader zou dood zijn. Want de hoop dat mijn moeder ooit zou weggaan, dat had ik al opgegeven. Als kind vraag je dan vaak, ik wil hier niet blijven. Je beseft dat je mama dat niet doet, dus je blijft. Dus dan dacht ik, de enige manier om het te doen stoppen is dat hij dood zou gaan.
En hij reed vroeger met een busje van het werk, hij ging dan collega's ophalen en dan zat ik soms echt aan de radio te luisteren van ik hoop, ik hoop dat er een ongeluk gebeurd is, dat hij niet naar huis moet komen. Niet denkende aan dat hij zelfs al zeven collega's, die bij hem in hun auto zaten en die familie’s, heel erg om dat nu te zeggen, maar dat was toen voor mij de enige oplossing. Jammer genoeg en dat is misschien heel erg om dat te zeggen, dat was wel zo.
Skye: Dat is ook een mechanisme dat je ontwikkelt om jezelf te beschermen natuurlijk. Dit is voor mij belangrijk, dat dat zou gebeuren.
Ann: En je wilt dat dat stopt? De mensen helpen je niet, dus wat moet je dan doen als kind?
Skye: Het is jou toch gelukt om jou weg te vinden, ondanks die moeilijke start. Kan je daar iets over vertellen?
Ann: Mijn weg te vinden, ja. Je moet wel vooruit, dus ik weet niet hoe of wat dat gebeurd is, maar ik denk wel dat ik hier de strategie of de modus van mijn moeder heb overgenomen. Niet achterom kijken, vooruit kijken en altijd maar verder doen. Gaan en blijven gaan, zonder al te veel vragen te stellen of na te denken.
Als kind zag ik de vreselijkste dingen. Ja, dat is nu zo. Maar er werd nooit met mij over gepraat. Mijn moeder heeft mij nooit apart genomen of gezegd van kijk wat je nu hebt gezien, dat mocht niet of dat is niet oké. Zij deed dat nooit. Waarom niet? Ja, ze was er misschien niet toe in staat, denk ik. Ze was ook heel erg jong, 16 toen ze trouwde. Dat is verschrikkelijk jong.
Langs de andere kant, denk ik, heeft ze dat ook niet gedaan, omdat ze misschien op dat moment ook een beslissing moest nemen. Op het moment dat jij erkent of luidop zegt tegen je kind, van dit is niet oké, dan zeg je het ook tegen jezelf en dan moet je misschien een beslissing nemen. Ze was er toen ook niet toe in staat. Dus dat niet overpraten en gewoon voortdoen, dat was bloed op kuisen, de scherven opruimen, boekentas op en naar school.
Skye: In welk jaar moet ik dit situeren, dit boek van jou? Toen je kind was, ik ga niet vragen hoe oud je bent, maar zijn het de jaren zeventig, tachtig geweest?
Ann: Toen ik kind was, ik ben in 1972 geboren, ja, en dat was eigenlijk bij mij... Ik heb niet anders gekend dan het geweld, want je hoort wel heel vaak van de andere ervaringsdeskundigen bij de “VZW zijn” waar ik vrijwilligerswerk doe, dat het heel vaak een hele periode heel goed ging, dat er ook nog sprake was van liefde en fijne tijden, en dat kan ik jammer genoeg niet zeggen. Bij mij is het altijd geweld geweest.
Skye: Van zo lang als je het herinnert.
Ann: En waarschijnlijk ook nog van tijdens de zwangerschap. Want ik herinner mij dat natuurlijk niet. Want het zou heel raar zijn wat ik nu ga zeggen, maar ik heb altijd gehoord dat ik met een blauw oog ben geboren.
Skye: Oké.
Ann: Dat is blijkbaar heel snel weggetrokken, maar ik heb mijn mama dat altijd horen zeggen. En nu denk ik, hoe zou dat dan gekomen zijn? Dat komt niet vanzelf, neem ik aan.
Skye: Nee, helemaal niet.
Veerle: Als ik dan hoor in welk jaar dat dat gebeurde. Vroeger was het getrouwd en je blijft bij elkaar, ongeacht wat.
In het jaar 2025 kun je al zeggen van, ik scheid, het gaat niet, het is voor ons beter om uit elkaar te gaan. Maar in die tijd was dat nog don, hè?
Ann: Nee, goh, langs de ene kant, 16, zwanger zijn, oei, in het dorp, we gaan de geburen zijn, dus je moet wel trouwen natuurlijk, alhoewel mijn grootmoeder, langs vaders kant, Wel geld heeft aangeboden aan mijn moeder om een abortus te doen blijkbaar, maar zij wilde wel haar kindje graag houden, dus ben ik er dan ook gekomen. Maar mijn ouders, dat staat niet in mijn boek denk ik, die zijn wel gescheiden in 1974, dus mijn moeder is na een verschrikkelijk voorval, is ze toch weggegaan en is de scheiding in gang gezet en net voor de scheiding definitief werd, is zij teruggekomen met een boeket bloemen en is ze teruggegaan.
Skye: Ze heeft de scheiding stopgezet.
Ann: Dus ze had kunnen... Soms denk ik, je was zo dichtbij, maar je weet dan natuurlijk niet wat het leven dan verder brengt. Dat was in 1974, dus dat was ook nog heel klein. Het had mij heel wat ellende kunnen besparen.
Veerle: Maar ja, mama had misschien ook gedacht, Ik kan misschien mijn dochter niet alleen groot brengen. Financieel gezien gaat het gewoon allemaal niet. Het zijn allemaal dingen die misschien parten gespeeld hebben om terug te komen.
Ann: Ja tuurlijk, ik kan dat nu ook wel zien en begrijpen. Terwijl vroeger, toen ik nog in mijn verwerkingsproces zat en in de woedemodus, wil je die dingen niet zien, wil je die ook niet begrijpen. En nu zie ik 18 jaar, je staat er met een klein kind, je bent moeten stoppen met school natuurlijk, je gaat poetsen, je doet wat je kan om te overleven. Dus ik denk op die moment inderdaad dat zij dacht van ik kan dat niet alleen.
Skye: Wat gaf jou dan in die periode, of in jouw leven, hou vast en hoop? Ik denk toch dat er hoop was.
Ann: Tijdens mijn kindertijd? Geen enkel idee. Ik denk het niet. Nu zie ik dat. Als ik er nu op terugkijk. Ja, je leeft je leven als kind. Je staat op. Je doet wat je moet doen. Je gaat naar school. Je bent flink. Je gaat slapen. Je staat er weer op. En er gebeurt af en toe iets. En dan sta je weer op en je gaat verder. Maar hoop? Hoop op wat? Niemand heeft mij geholpen. Dus daar moest ik niet op hopen. Ik ben ooit eens twee keer naar een politieagent geweest. Eén keer was ik heel klein, was ik gaan lopen thuis.
Skye: Als ik het goed gelezen heb, heb ik begrepen uit je boek dat het elke dag de hoop was dat vandaag niets gebeurt. Die hoop was er. Je vluchtte een beetje in je boeken en in je bed in de avond. In jouw droomwereld zal ik zeggen, of leefwereld.
Ann: Droomwereld, mijn cocoon denk ik, als weinig kind. Maar de hoop, ja je hoopte natuurlijk dat er die dag niets ging gebeuren. Maar als kind, als ik nu op terugkijk, je hebt heel snel door dat dat geweld niet gaat stoppen.
En dan ga je van periode naar periode leven, van geweld naar geweld. Maar daartussen loop je voortdurend op eieren omdat je dat wil proberen zo lang mogelijk uit te stellen, dat moment. Maar eigenlijk het lopen op de eieren waren het moeilijkste, want je moet voortdurend zo verschrikkelijk alert zijn, want iets doen of niet doen, iets zeggen of niet zeggen, kan nu net doen om hem te doen ontploffen. Dus als je het nadien bekijkt, dat was gewoon het zwaarste. Het geweld dat komt, dat is erg om te zeggen, maar je wordt die dingen ook snel gewoon. Oké, het komt en dan is het wel een half uur of een uur nadien over, maar die eieren, is dat een week, is dat een maand? Ja, je weet dat niet, maar je weet dat het komt. En heel vaak was hij in de schoolvakantie, dus mijn schoolvakantie zag er altijd geweldig uit.
Veerle: Je sprak daar straks over eigen kinderen. Hoe heb je dan eigenlijk een eigen veilig nest gebouwd. Want je hebt de tools niet gehad. Hoe heb je dat dan kunnen...
Ann: Met heel veel vallen en opstaan, als ik het nu bekijk. En het is op mijn 38ste pas dat het trauma mij heeft ingehaald, zoals ik zeg. Mijn moeder is gevlucht bij mijn vader na 38 jaar huwelijk, dus ik was 38 jaar. Toen hadden mijn kinderen al een zekere leeftijd.
En ik dacht toen, oké, mijn moeder is weg, ik ga dat hoofdstuk kunnen afsluiten, dus we beginnen gewoon aan een ander leven. En pas toen haalt dat trauma mij in en ben ik in een hele moeilijke periode terechtgekomen, omdat je de dingen echt wel onder ogen ziet en je hoort veel en dat komt in één keer op je af. En dan begint pas alles dat je moet verwerken en dat zou je kunnen vergelijken met een rouwproces. ontkenning, woede, verdriet, aanvaarding. Dus dat is een proces waar mijn kinderen heel dichtbij zaten, want mijn dochter was een jaar of twaalf, mijn zoon vijf jaar jonger, dus die hebben dat wel gezien. Mama die zo worstelde met zichzelf, die niet wist dat er met haar brein en haar lichaam aan de hand was. Dus ik vind dat wel heel jammer dat zij dat hebben moeten meemaken.
Veerle: Maar heb je dat ook naar hun gecommuniceerd? Niet zoals uw mama dan eigenlijk, er wordt niet gepraat over bepaalde dingen. Heb je dat hun wel kunnen, dat zij dat konden plaatsen?
Ann: Wat ik altijd gedaan heb bij mijn kinderen, en mijn moeder niet, altijd heel eerlijk geweest over alles en nog wat, maar niet over het stuk van het geweld, heb ik maar pas verteld op het moment dat mijn moeder gaan vluchten is. Ze is moeten gaan vluchten en ze is even bij ons moeten komen inwonen, dus kon ik niet anders dan dat zeggen.
Natuurlijk wilde ik het ook niet tot in detail, ik dacht ze zijn nog jong, ik ga het gewoon heel kort zeggen en als ze vragen hebben moeten ze maar bij mij komen. Dus ik heb gezegd dat hun vava, want zo noemden ze die, dat dat eigenlijk niet zo'n hele brave was vroeger. En dan ben ik begonnen met vrijwilligerswerk en zijn er artikels geschreven, is er een programma gekomen.
Mijn dochter was oud genoeg om dat allemaal te lezen en te zien, dat heeft ze ook gedaan. Mijn zoon was ook nog klein en ja, een jaar of zes dan denk ik dat dat heel heftig is. Maar ik ben daar altijd wel heel open voor geweest en ze weten dat ze met alle vragen terecht kunnen bij mij. Het zijn hele fijne kinderen wel.
Veerle: Ja, want het heeft jou eigenlijk veel moed gekost om eigenlijk dat stukje aan je kinderen mee te geven. Ook al is het niet iets fijn geweest. Je hebt je eigen leven toch moeten opbouwen, ook met hen, met dit verleden zal ik zeggen. Dat is toch niet echt makkelijk geweest om de beide dingen te combineren.
Ann: Dat is iets waar ik mij soms wel heel erg slecht of schuldig bij voel, dat zij ook rekening hebben moeten houden. Wat kost het met mijn rugzak? Zij hebben daar niet om gevraagd. Ik heb daar natuurlijk ook niet om gevraagd. Maar een mama die met die woede en dat verdriet en niet weet. Op die moment, zoveel jaren geleden, was ik zelf ook nog heel erg zoekende. Ze zagen dat ook. Een mama die soms heel erg verdrietig was, niet uit haar bed kon, of die heel erg boos was.
Veerle: Maar je had toen ook nog een partner, je hebt een partner zal ik zeggen, die eigenlijk ook in dat verwerkingsproces met u meegaat. Want toen die u kende, wist die dat misschien niet.
Ann: Jawel, die wist dat wel. Een van de redenen waarom ik het belangrijk vind om de impact van intrafamiliaal geweld op de kinderen te duiden. Heel veel mensen denken, oké, en focussen zich op pleger en slachtoffer, wat heel erg belangrijk is natuurlijk. Maar er zijn ook heel vaak kinderen in het gezin. Wat doet dat met die kinderen? Dus dat is heel erg dat je dat moet zien. Maar, ik bedoel, alle keuzes van je leven die je maakt, zijn gebaseerd op drijfstand, want je hebt eigenlijk niets. Niets meegekregen van thuis. Dus ik ben eigenlijk heel mijn leven bezig geweest met een huis te bouwen op drijfzand. Dat werkt niet, hè?
Veerle: Nee.
Ann: Dat werkt niet. Dus de keuzes in je leven ook, die je maakt van partner bijvoorbeeld, dat is ook al doende dat je moet leren, want ja, je hebt het thuis niet geleerd. Je hebt het thuis ook niet gezien. Je hebt thuis ook die waarden en die normen niet gekregen. Dus ik kan me herinneren, dat ik dan een jong meisje was en er zei, een jongen tegen mij van, ja, ik vind u mooi en ik ben verliefd op u. Ik was onmiddellijk in de zevende hemel omdat je dat niet gewend bent. Dus ook qua partnerkeuze, ja, moet je zelf wat zoeken van, is dat iemand goed voor mij of niet? Wat is oké, wat is niet oké? Want je komt uit een situatie waar niets oké was.
Veerle: En ben je dan in het begin van uw relaties beginnen vergelijken? Hoe zal ik het zeggen? Je gaat met je partner of je vriendje naar het huis. Vroeger was dat voorgesteld, zal ik zeggen.
Ann: Dat denk ik niet echt.
Veerle: Dat had je niet, ja.
Ann: De vriendjes die ik had, ik was heel vaak dan bij de vriendjes thuis. Als die een nacht een thuis hadden, omdat ik dat een heel fijn gevoel vond. En daar zag ik ook van, kijk het kan anders. Want ik herinner me, een van mijn eerste vriendjes heel erg lang geleden, ik heb daar nog altijd contact mee, Met heel zijn familie, die hadden zo'n warme thuis, dat hij gewoon heel erg deugd om daar te zijn. Want je wist van, je gaat ergens naartoe waar dat uw thuis zou moeten zijn, maar dat is helemaal zo niet. En dan begint het ook wel, je ziet het ook wel hé, dat het niet oké is bij je thuis.
Skye: Dan wringt het misschien nog eens ofwel natuurlijk, van waarom kan ik dit niet hebben?
Ann: Ja, dat klopt.
Skye: Omdat je het toch op een andere plaats kan zien. Je vroeg daarstraks Veerle aan Ann van vergelijk je met vriendjes, maar bij jou is dat ook zo, toch neen? Als je zei, wij zijn nu samen, ik ben je eerste partner niet, dan had jij je ook bij mij vergelijken. Ja.
Veerle: Ja, nee.
Skye: Of niet echt zo. Ik ben ook een totaal andere persoon en alles.
Ann: Maar misschien stap je ook wel in elke relatie met een open blik en een open hart en zie je wel wat er komt, denk ik.
Skye: Dat denk ik. Persoonlijk denk ik dat wel. Ik heb ook wel wat relaties gehad die niet liepen zoals het moet zijn. Maar echt vergelijken heb ik wel nooit.
Ann: En als je dan weet wat je valkuilen zijn, probeer je daar een beetje op te letten.
Skye: Misschien wel. Ik wil eens even over het boek van jou gaan, dat je geschreven hebt. Was dat moeilijk, dat schrijfproces?
Ann: Helemaal niet. Heel gemakkelijk om dat af te schrijven. Je schrijft dat van je af. Een boek schrijven, dat schrijf je van je af. Ik ben daarmee begonnen in de kerstvakantie. Een paar halve dagen mij opgesloten in mijn bureau.
Skye: Hoe ben je tot dat idee gekomen van ik ga dit in een boek schrijven?
Ann: Als kind had ik altijd al ergens in mijn achterhoofd een idee hangen van later als ik groot ben, ga ik iets doen voor vrouwen zoals mijn moeder. Ik ga een boek schrijven of ze gaan nog wel horen van mij. Dat is altijd ergens een zekerheid geweest binnenin mij. Ik weet niet hoe dat dat kwam.
En toen mijn moeder dan vertrokken is, in 2011, na 38 jaar huwelijk, heb ik daar ook geen seconde langer mee gewacht.
Skye: Maar heb je daar wel op gewacht? Stel dat je moeder niet zou weggegaan, zou je dat dan ook hebben begonnen?
Ann: Nee.
Skye: Je hebt er echt op gewacht?
Ann: Het was wachten tot ze wegging of wachten tot ze dood zou gaan.
Skye: Om haar veiligheid een beetje dan.
Ann: Goh, veiligheid, ja. Ja, misschien wel.
Skye: Onbewust, dan moet ik zeggen.
Ann: Maar het schrijven gaat gemakkelijk, maar ik heb mijn boek nog niet gelezen. Dat gaat iets moeilijker. Nee hoor, dat doe ik niet.
Skye: Dat is een vraag die met mij er straks opkwam, toen je over je kinderen bezig bent. Hebben zij je boek gelezen?
Ann: Nee. Mijn kinderen niet en mijn partner niet.
Skye: Nee, echt niet.
Veerle: Bewust.
Skye: Is dat een keuze die zij gemaakt of dat jij gezegd hebt?
Ann: Nee, ze weten dat. Ze mogen alles lezen. Tuurlijk, ik heb het geschreven. Het zou heel erg zijn moest ik zeggen. Ik heb een boek geschreven en jullie mogen het nu niet lezen. Mijn dochter denk ik.
Zij denkt dat ik haar moeke, mijn moeder, daarin heel slecht maak. Ik wil geen boek lezen waarin mijn moeke slecht maakt, terwijl ik denk dat ik dat niet gedaan heb. Helemaal niet. Ik heb gewoon verteld van de dingen die ik heb meegemaakt, hoe het was.
Ik heb natuurlijk ook wel een ander inzicht tegenover mijn moeder. Vroeger zag ik haar als het grote slachtoffer. Ze heeft de vreselijkste dingen meegemaakt, echt wel. Maar ik zie ook wel in dat ze een bepaalde verantwoordelijkheid had naar mij toe en die heeft ze niet genomen. Dus dat is pijnlijk misschien. Mijn zoon, ik weet niet waarom, die leest ook gewoon niet graag. Ik denk dat het bij hem daar vooral is.
Skye: Ik ben ook niet iemand die gemakkelijk leest en alles. Ik heb er stukken in gelezen en dan heb ik het moeten wegleggen. Echt waar. Het zijn stukken dat ik dacht, dit is even heftig. En dan heb ik het wel even weggelegd. Ook ons ma was daarin beginnen te lezen. Maar er was heel veel geen interesse van haar uit.
Ann: Het lezen zelf lukt niet. Ik heb ook geen ambitie om dat te doen.
Veerle: Is het ook voor een stukje. Je hebt het van u afgeschreven. Het is voor mij verwerkt. Ik wil het niet bij het lezen allemaal opnieuw herbeleven.
Ann: Ja, verwerkt, het blijft een rugzak en het is elke dag een gevecht door om uit je bed te komen, maar inderdaad, het is van mij afgeschreven. Ik geef heel vaak lezingen, vormingen, ik kan er heel makkelijk over praten, maar het lezen dan, je voelt die angst en je ziet alles terug en dan weet ik dat ik de komende nachten moeilijk ga slapen, weer nachtmerries ga hebben.
Skye: Maar dat schrijf je wel en tijdens je schrijfproces heb je het daar wel mee geworsteld, schrijf je van tranen die terugkwamen en ook moeilijk slapen. Ja, die gevoelens.
Ann: Je moet bepaalde dingen neerschrijven van situaties die je je herinnert. Maar het schrijven op zich is ça va. Ik heb het één keer moeten herlezen omdat er nog van alles verbeterd moest worden. Dat was een pittige vakantie toen.
Skye: Ja, dat neem ik aan. Je hebt het boek ook volledig zelf geschreven. Het is niet dat iemand jou geïnterviewd heeft. Nee, volledig zelf geschreven. Je schrijft niet alleen voor de slachtoffers, maar ook een boodschap geven aan de buitenwereld. Dat zeker. Kan je hier nog eens duiden waarom je dat vindt belangrijk?
Ann: Als je kijkt naar de cijfers over intrafamiliaal geweld, die zijn hallucinant. Een op drie, een op vijf, dat zijn ook cijfers. En als je weet, alleen het topje van de ijsberg wat er onder het wateroppervlak bevindt, is nog schrijnender. Heel veel vrouwen, mannen en kinderen krijgen daarmee te maken. Ik wil gewoon laten zien dat het iedereen kan overkomen en dat je er niet alleen voor staat.
Er is nu hulp, er is begeleiding, het thema is bespreekbaar, er worden heel wat stappen gezet, zoals uithuiszetting, de oprichting van de veilig huizen, allemaal heel erg fantastisch. Je moet dat nu niet meer verbergen en de mentaliteit is al opgeschoven naar de goede richting. Vroeger, in mijn kindertijd, dat was inderdaad de tijd van alles wat er tussen vier muren gebeurt moet zeker tussen die vier muren blijven, absoluut.
En ik wil gewoon de mensen aanzetten om niet meer weg te kijken. Omdat niets doen mag geen optie meer zijn. En daarom schrijf ik mijn boek. Of heb ik dat geschreven.
Skye: Heb je al reacties op je boek gekregen van mensen?
Ann: Ja hoor. Alleen nog maar positieve, eigenlijk. Heel fijn, bedoel.
Veerle: Mensen herkennen zich soms daar ook wel in.
Ann: Er zijn heel veel mensen die zich erin herkennen.
En dat geeft dan wel een gevoel van, oké, ik ben er niet alleen mee. Dus dat is wel fijn dat ik dat gevoel mensen kan geven. Ook wel hulpverleners hoor ik zeggen, dat zij mijn boek soms aanbevelen aan bepaalde cliënten of patiënten. En ook dat vind ik wel fijn, omdat ik dan het gevoel heb dat ik toch wel iemand kan helpen of aanzetten tot misschien toch de stap te zetten om weg te gaan als je in die situatie zit. Want dat blijft nog altijd een hele moeilijke stap voor de mensen.
Skye: In je boek is er een, ik moet dat niet als een hoofdstuk, maar dat is zo'n titeltje wat mij er straks wel is opgevallen. Dat is Risicofactoren op intrafamiliaal geweld. Dat is iets wat ik er nu nog tussen gestoken heb, maar eigenlijk is het ook zo'n beetje de vraag die ik had voorbereid. Wat zijn volgens jou de grootste misverstanden over intrafamiliaal geweld? En ook wat zijn de risicofactoren?
Ann: Een groot misverstand is dat heel veel mensen denken dat dit enkel maar voorkomt in eerder, hoe moet ik het zeggen, “marginale milieus”. Een groter misverstand dan dat kan er niet zijn. Intrafamiliaal geweld komt voor in alle lagen van de bevolking, ook bij welgestelde, succesvolle mensen. Maar daar is het taboe nog groter, want het perfecte plaatje moet daar ten alle tijde worden beschermd. De schaamte is daar nog groter, dus ga je het heel moeilijk weten.
Tijdens lezingen krijgen we ook wel heel vaak de reactie van mensen van, goh, moest dat bij mij gebeuren? Het zou geen waar zijn. Eén keer en ik ben weg. Ook dat is een misverstand. Jammer maar helaas, want zo werkt die dynamiek niet in een relatie. Risicofactoren voor mensen die te maken hebben met kinderen of weet ik wat.
Ja, wat zijn risicofactoren? Heel vaak is dat drank- en drugsmisbruik, geldproblemen, stress, te klein wonen, gezondheidsproblemen, zwangerschappen helaas ook. Want wij merken dat heel veel intrafamiliaal geweld begint bij een zwangerschap. Dus ook die dingen zien we. Dus er zijn wel wat risicofactoren.
Skye: Heeft corona er invloed op gehad op intrafamiliaal geweld?
Ann: Corona was denk ik de meest heftige periode voor mensen die in die situatie zaten. Iedereen moest in zijn kot blijven, zoals Maggie het zo mooi zei. Maar als je in je kot moet blijven… Je zit daar in een onveilige situatie, dat moet verschrikkelijk. De meldingen zijn daar de hoogte ook in geschoten, het was verschrikkelijk daar.
Skye: Dat herinner ik mij ergens dat er toen toch wel…
Ann: Ja, ongelooflijk. Mensen mochten niet gaan werken, je mocht niet buiten. Als je dan in een tuin hebt en je hebt wel wat kinderen en je hebt financiële problemen en er is drank...
En als je dan nu denkt aan die kinderen, dat moet verschrikkelijk geweest zijn. Want voor kinderen in die situatie is school een veilige haven. Die was er toen niet.
Skye: Dat is ook één van de redenen, denk ik, dat men toen heel sterk heeft blijven pleiten tegen sociale partners en vakbonden in om toch die scholen zo veel mogelijk open te houden.
Ann: Absoluut.
Skye: Ja, de kinderen die vluchten geven, die vrijheid, die rust die ze dan even toch konden vinden.
Ann: Daar kunnen die kinderen echt even op adem komen en energie vinden in hun veilige, vertrouwde omgeving om dan terug naar het hol van de leeuw te gaan.
Skye: Had jij dat ook zo als je naar school ging? Had jij dat zelf ook zo?
Ann: Waarschijnlijk wel, maar je bent je er niet bewust van als kind. Ik ga nu naar school en naar mijn veilige haven.
Ja, als je dat als kind met de paplepel meegekregen hebt, dan denk je ook gewoon dat dat de situatie is. Dan denk je dat mensen op die manier met elkaar omgaan. Zo is dat vaak met kindjes die denken dat mensen op die manier omgaan en dat dat dan graag zin of liefde is, tot ze ergens komen bij vriendjes en beseffen van, oh...
Skye: Het kan ook anders.
Ann: Het kan ook anders. En het is daarom dat ik met mijn boek ook wel dat signaal wil geven, ook naar kinderen toe, van dat is niet oké. Ik ben ook een kinderboek aan het schrijven trouwens, waar de illustraties van gaan klaar zijn, hopelijk na de grote vakantie. En de bedoeling is om...
Skye: Ook voor het thema.
Ann: Ja ja, een voorleesboek voor kleuters. Heel leuk, met leuke diertjes, een kei leuk verhaaltje, maar toch het thema ergens aanhaalt, zodanig dat kindjes weten van oei, Dat is niet oké. Het is niet bij iedereen. En ik mag dat echt wel tegen iemand vertellen. Ik vind dat zo belangrijk. Kindjes vertellen dat niet.
Skye: Nee, maar dat is de volgende vraag die er een beetje bij ons opgekomen is. Wat als je vermoeden hebt… Wat doe je dan, buren, collega's, vrienden, eender wie, als je vermoeden hebt van ik heb hier te maken met iemand die in die situatie zit?
Ann: Als je vermoedt dat er iets niet juist is, dan kan je op verschillende manieren reageren. Als er acuut gevaar dreigt of het dreigt uit de hand te lopen, dan kan je eigenlijk alleen maar aan de politie bellen. Dat is uw plicht. 1712 is ook een nummer dat je heel goed mag onthouden. 1712 kan je altijd anoniem bellen als er kinderen bij betrokken zijn om aan te geven van daar is ergens een situatie waar ik mij zorgen maak over het kind. Zij nemen dat op, hopelijk. Vergeet ook niet dat je ook altijd het gesprek kan aangaan als het bijvoorbeeld een buur is of een vriendin of weet ik wat.
Als de rust is weergekeerd, dat je het slachtoffer een keer aanspreekt van ik maak mij een beetje zorgen, gaat het wel? Weet dat mijn deur altijd open staat als je een tasje koffie nodig hebt of er is plaats op mijn zetel om een keer te slapen. Dat doet heel veel voor die mensen. Die gaan er zeker niet onmiddellijk op ingaan, dat doen die niet, maar het weten dat ze er niet alleen voor staan, dat doet heel veel.
Skye: En toch een hand reiken, hoor ik toch wel zeggen.
Ann: En geduld hebben, want je moet je hand heel veel reiken voordat dat wordt vastgenomen.
Veerle: Hoe kunnen we eigenlijk in de maatschappij ervoor zorgen dat dat doorbroken wordt? Want je zei ook, het is eigenlijk nog een taboe. Zeker het mooie plaatje van het gezin, de rest mag het niet weten. Maar hoe door breekt je zoiets?
Ann: Door gewoon te blijven inzetten op sensibilisering, bewustmaking, het thema bespreekbaar houden, de hulpverlening ook op dat vlak nog beter uitrollen en breder uitrollen en ervoor te zorgen dat iedereen zijn verantwoordelijkheid opneemt zodat er zo snel mogelijk kan worden ingegrepen. Dus het is niet meer tussen die vier muren.
En als je het thema bespreekbaar blijft houden, dan komt het ook uit die taboe sfeer. Mensen horen dat, ze zien dat, ze lezen dat, dus ze weten dat dat aan de gang is. Dus gaan ze misschien ook iets bewuster kijken of hun voelsprieten loslaten op bepaalde situaties. En als wij dat blijven doen en zeggen van kijk, het is een publieke verantwoordelijkheid. Geweld is misschien wel privé binnen vier muren, maar het is ieders verantwoordelijkheid. Dat vind ik toch. Onze kinderen...
Skye: Dat is ook... We veroordelen het geweld langs alle kanten. We moeten er ook iets aan doen. Misschien een bijvraag bij dit allemaal. Je schrijft je boek vanuit het standpunt van het kind. Die ziet dat de moeder een stuk slachtoffer is en de vader is dader. Weet jij ook van omgekeerde situaties? Papa is die slachtoffer.
Ann: Zeker. Ook dat is een misverstand. Dat heel veel mensen denken, slachtoffer is vrouw, pleger is man. Als je kijkt naar… Familiale geweld hebben zo twee grote soorten. Geweld is situationeel geweld en intieme terreur. Situationeel geweld is een geweld waarbij partners ongeveer gelijkwaardig zijn, maar dat er eigenlijk een wederkerigheid is van geweld. En als ik het nu bekijk, dan was dat bij mijn ouders situationeel geweld. Dat is geweld dat ontstaat tot een bepaalde situatie, dat ik zei hij drank of stress of weet ik wat allemaal.
En mijn moeder gebruikte geen fysiek geweld, maar als ze eens een glaasje teveel op had, kon die heel erg giftig uit de hoek komen. En dat noemen ze dan verbaal geweld. En zo roepen en tieren en slaan. En dat is zo'n typische vorm van situationeel geweld. En dat escaleert natuurlijk. Maar aan die vorm van geweld kan je wel iets doen. Als een van beiden zich bewust is dat er echt iets fout is, bijvoorbeeld als er een man zegt van oké, als ik gedronken heb, doe ik dingen die niet oké zijn en je laat je behandelen. We hebben ook al hele mooie voorbeelden van koppels die het zo overleefd hebben. Intieme terreur is iets heel anders. Dat is waaruit er eigenlijk één persoon geweld pleegt en de ander een schim wordt van zichzelf. Dat is heel vaak mannelijke plegers. En daar zien wij ook dat er dan wel sprake is van een of andere persoonlijkheidsstoornis. Borderline, narcisme, die mensen zijn heel moeilijk te helpen omdat die geen schuldinzicht hebben. Dus kunnen we alleen maar daarvoor stellen van eigenlijk moet je daar weg.
Skye: Jij hebt ook al heel eventjes aangegeven dat je vrijwilliger bent bij een organisatie. “Beweging tegen geweld - VZW zijn”. Even vermijden voor de duidelijkheid. Die twee horen samen, die zin hoort samen als één. Kan je daar eens wat meer uitleg over geven? Wie zijn jullie en wat doe jij daarin?
Ann: Heel graag. De dag nadat mijn moeder gevlucht is en bij ons woonde, ben ik achter mijn computer gaan zitten en heb ik gegoogeld en ben ik als eerste op “VZW zijn - Beweging Tegen Geweld”, gekomen, contact opgenomen. En ik ben daar eigenlijk onmiddellijk vrijwilliger geworden.
Het is sociaal-cultureel volwassenwerk en zij sensibiliseren de maatschappij rond de problematiek van relationeel geweld. Nu doen ze ook wel een luik gender. Ze zijn met twee stafmedewerkers, dus eigenlijk een hele kleine vzw. Zij werken campagnes uit, geven lezingen, vormingen, concerten aan ieder die interesse heeft, waardoor ze eigenlijk wel een heel groot bereik hebben, ook al zijn ze maar heel klein.
Op de website, dus “vzw Zijn - Beweging Tegen Geweld”, vind je een overzicht waar zij allemaal mee bezig zijn en mee bezig geweest zijn. Je vindt heel veel materiaal dat je kan gebruiken, kan dat downloaden. Je kunt ook aanvragen voor kopietjes op te sturen, eventueel contactgegevens mocht je nog vragen hebben of info nodig hebben.
En ikzelf ben ondertussen bestuurslid natuurlijk en vrijwilliger. Ik heb al meegewerkt aan heel veel projecten. waar ik met een heel warm gevoel en heel veel dankbaarheid aan terugdenk. Want het is wel zo, dankzij de “VZW Zijn”, de mensen van de “VZW Zijn” en de andere ervaringsdeskundigen ben ik de Anne die ik vandaag ben. Echt wel.
Zonder hen denk ik niet dat ik hier zou gezeten hebben.
Skye: Is dat een vzw die Vlaanderen breed werkt? Of is dat een vereniging die nogal vrij lokaal...
Ann: Nee, nee, nee. We gaan naar alle uithoeken van het land.
Skye: Ik moet heel eerlijk zijn, ik had er nooit van gehoord, voordat jouw boek, waar de werkzaamheid ook in zit enzo, had ik daar nooit over gehoord, over deze verenigingen. Dus “vzw Zijn - Beweging tegen geweld”.
Ann: Ja, want de meeste mensen waar we vorming geven hebben nog nooit gehoord van “VZW Zijn”. Maar ja, ze doen echt heel veel waardevolle dingen.
Skye: Oké.
Veerle: Dus eigenlijk heeft de vzw jou op de goede weg geholpen. Hoe zie je dan veiligheid, het gevoel van veiligheid op de dag van vandaag?
Ann: Het gevoel van veiligheid op de dag van vandaag?
Veerle: Want vroeger had je dat eigenlijk niet. Hoe is dat geëvolueerd?
Ann: En bedoel je dan veiligheid voor mij persoonlijk, veiligheid thuis?
Veerle: Ja, eigenlijk veiligheid voor jouzelf, maar ook dat jij van je huis een thuis hebt kunnen maken.
Ann: Ja, op zich veiligheid is gewoon kunnen thuiskomen bij mensen die me nemen zoals ik ben, die me graag zien zoals ik ben, die mij niet veroordelen en die mij in mijn cocoon laten wanneer ik er nood aan heb. Want dat gebeurt ook wel nog heel vaak natuurlijk, ook al.
Denk ik dat de perceptie van mij aan heeft dat allemaal wel netjes verwerkt. Dat krijg je nooit helemaal verwerkt. Er zijn nog dagen dat ik Netflix-daagjes moet hebben in mijn coconnetje, onder mijn dekentje. Dus mensen die mij dat laten.
En veiligheid betekent ook gewoon een plaats waar ik mag zijn en denken wat ik wil, zonder bang te zijn voor wat er komen gaat. Want dat was vroeger, je mocht niet zeggen wat je wilde, want je wist niet wat er ging komen natuurlijk. Dus eigenlijk veiligheid is liefde. Heel eenvoudig.
Skye: Als je terugdenkt aan kleine Ann, wat zou je dan tegen haar nu, de dag van vandaag willen zeggen?
Ann: Ja, mijn boek begint, hè, mijn brief aan kleine Ann. Dat was een van de laatste dingen die ik daar aan heb toegevoegd. De foto in het boek is een foto die ook bij mij staat, tussen al mijn andere foto's. Er staan heel veel foto's bij ons thuis. Kleine Ann is er één van. Ik kijk daar heel vaak naar. Ik sta heel vaak stil bij haar.
En ik wil haar laten voelen en weten dat ze veilig is nu, dat ze niet meer bang moet zijn en dat het wel oké is nu. En nog steeds is dat heel emotioneel voor mij om daarover te praten, ook om naar die foto te kijken, want ik begrijp nog altijd niet wie die signalen en die donkerte in dat kind haar ogen niet heeft kunnen of willen zien. Ik snap het nog altijd niet. Want het ligt er zo vingerdik op, vind ik.
Maar ze is nu veilig en het is oké.
Skye: Als je daarnaar kijkt, kijk je echt naar iemand als een derde persoon of is het toch iemand...
Ann: Ja, ik voel het tot in het diepste van mijn ziel. En dan te weten dat mijn moeder blijkbaar vroeger die foto zo mooi vond. Die had die super laat uitvergroten en die hing in het groot bij ons in de living, boven de schouw.
Dat ik denk, oké, dat was nog eens zo groot en dan nog een kleutertje. Als die op de foto gaan, die lachen en die hebben kuiltjes in de wangen van de deugnieterij. En bij dat kind zie je alleen maar in de ogen van, ja, help mij. Ik vind dat zo erg.
Skye: Je hebt ook in je boek heel veel teksten gezet van muziekstukken. Zijn dat dingen waar je houvast aan had?
Ann: Ja, muziek is wel belangrijk in het lied. Muziek en humor, dat is ook zo. Hoe donker of zwaar, we moeten een keer kunnen lachen of zingen. Want anders is het toch wel heel moeilijk om er door te gaan. Muziek ook altijd. Ik had vroeger vaak koptelefoon op en ik hoor wel heel graag muziek.
En de tijd, de periode dat ik mijn boek schreef, ik hoor heel graag Pink, omdat die ook wel, ja, die schrijft haar teksten zelf en er zit ook wel altijd een verhaal in. En in veel van die teksten herkende ik wel bepaalde dingen waarvan ik dacht, ja, die passen nu echt wel in mijn boek. Al is het een boodschap, misschien verborgen aan mijn kinderen of aan anderen of wat dan ook, maar ik vond dat er wel heel mooi bij passen.
Veerle: Je had het juist over boodschap. De jongeren die vandaag in zo'n situatie zitten, welke boodschap zou je aan hen kunnen geven?
Om eigenlijk hun taboe, want je wordt ergens gedwongen door je ouders van te zwijgen en dat het tussen die vier muren, om toch die stap te zetten om die onveilige thuissituatie toch bespreekbaar te maken. Ja, hoe moet ik het zeggen? Boodschap zou je hen willen geven?
Ann: Voor alle kinderen en jongeren die hiernaar luisteren, heel belangrijk is, het is niet jullie schuld. Jullie zijn niet de oorzaak van die onveilige situatie. Jullie hoeven je ook niet te schamen, want er is niets om je over te schamen. Het is jullie schuld niet. Het overkomt je gewoon.
En daarnaast is ook heel erg belangrijk te weten dat jullie niet alleen zijn en dat er hulp mogelijk is. Hou het niet voor jezelf. Spreek erover met mensen die je vertrouwt. En erover spreken is een hele belangrijke en grote eerste stap. En tot slot, kijk vooruit. Neem je leven in eigen handen. Leer uit wat er gebeurd is. Het kan ook anders. Jij kan ook anders.
Skye: Ik denk Ann met die woorden, dat ik afsluit.
Ann: Fijn.
Skye: Maar ik wil wel...Iets wat we normaal niet doen in deze aflevering is een aantal dingen ook meegeven, maar ik ga het wel doen. En dat is dat, mocht men na het beluisteren van deze podcast een melding willen doen over een verontruste situatie, lieve luisteraar, dan kan je terecht bij de volgende instanties en hulplijnen. Dat is de 1712, die al gezegd is. De anonieme hulplijn voor geweld, misbruik en kindermishandeling. Je kan ook altijd bij CAW gaan, Centrum voor Algemeen Welzijn, en ook politiediensten en slachtofferhulp, vooral ook als dat heel acuut is.
En ook op onze website en in onze shownotes gaan we zeker ook de website van “Beweging tegen Geweld - VZW Zijn”, ook opnemen. Dat de mensen dat daar kunnen vinden. En een heel grote oproep van, alsjeblieft mensen, kijk niet weg. En we eindigen altijd met een liedje die we voor deze aflevering gemaakt hebben. En ik wil je nog eens van harte danken om openhartig dit gesprek te doen.
Ann: Heel graag gedaan.
Liedje: Zij stond op
Ze leefde in een huis vol angst en vragen
Waar elke kamer koud en donker was
Geen plek om even kind te mogen dragen
De schaduw viel op elk verloren pas
Refrein
Toch stond ze op, ze brak de stille lijnen
Ze vond haar stem, recht uit haar diepste bron
Ze koos ervoor haar waarheid te laten schijnen
En toonde wat een kind met kracht begon
Ze leerde groeien, leerde zacht te spreken
Waar vroeger enkel zwijgen mocht bestaan
Ze bouwde bruggen op haar eigen plekken
En gaf haar kinderen ruimte om te gaan
Refrein
Want zij stond op, bleef niet meer aan de zijlijn
Ze vond haar weg, tegen de stroom in vrij
Een vuur dat brandt voor wie nog zoekt naar zijn lijn
Een stem die zegt: ook jij hoort er weer bij
Kijk niet meer weg, er zijn zoveel gezichten
Die fluisteren om hulp, maar veel te stil
Wees diegene die kiest om te verlichten
Die luistert – en doet wat liefde vragen wil
Want zij stond op, bleef niet meer aan de zijlijn
Ze vond haar weg, tegen de stroom in vrij
Een vuur dat brandt voor wie nog zoekt naar zijn lijn
Een stem die zegt: ook jij hoort er weer bij